Dag 10. Chiuso il lunedi.
Waarom zijn toch wereldwijd de musea op maandag gesloten, chiuso il lunedi? Vandaag stonden we voor gesloten deuren bij de kerk waar we een echte Garavaggio wilden bewonderen. Ook andere musea waren gesloten. Omdat het prachtig, zomers weer was vandaag, was het geen straf om nog eens door de straten van Ortigia, het oude deel van Siracuse te dwalen.
Het was ook prima weer om heerlijk in de zon of in de schaduw een boek te lezen en de voorbijgangers te bekijken. Er trekken ontelbare scholieren voorbij, jongens bij de jongens, meisjes bij de meisjes. Groepen (oudere) toeristen trekken achter gidsen aan. We hebben ook al groepen aziatische toeristen waargenomen. Vroeger onderscheidden die zich ook door hun manische fotografeergedrag, maar dat is met de smart phones inmiddels overal gemeengoed. Iedereen loopt voortdurend met een telefoontje op een stok zichzelf te fotograferen en filmen met wijzigende achtergrond. Heb je geen selfie gemaakt, dan ben je daar niet geweest.
Hoewel het absoluut niet origineel is, blijf ik het aantrekkelijk vinden oude, vervallen straatjes en gevels te bekijken en te fotograferen. In Nederland is alles strak in de verf gezet of afgebroken. Waar vind je bij ons nog een vervallen gebouw? Hier zie je nog hele doorleefde muren. In de loop van de tijd zijn er leidingen opgespijkerd en gaten in geschoten. Je kunt er een hele geschiedenis bij fantaseren.
Morgen gaan we verder naar Agrigento.
Da 9. Een dag vol archeologie
De Grieken hebben met zo’n miljoen mensen in het zuidoosten van Sicilië gewoond en heel wat restanten van bouwwerken nagelaten. Het Teatro Greco dateert uit de eerste helft van de vijfde eeuw voor Christus en wordt nog steeds gebruikt. Er konden maximaal 16000 mensen in, tegenwoordig minder omdat een deel onbruikbaar is.
Bij het theater in de buurt is een hoge grot waar je in kunt lopen en die een bijzondere akoestiek heeft. Bijna iedereen maakt er vreemde geluiden, zingt of fluit. Caravaggio was hier ook en hij noemde deze grot het ‘oor van Dionysus’, een Griekse tiran.
In het archeologische museum van Siracuse kun je duizenden brokstukjes van de oudheid bewonderen. Gelukkig zijn er ook grotere brokken en zijn er heel war scherven met monnikengeduld in elkaar gepast tot vaasjes, vazen en beeldjes en beelden.
We hebben deze museumdag natuurlijk een beetje aangekleed met gezellig terrasbezoek en Italiaans ijs. Dat levert behalve rust voor mijn zere voeten en lekkernijen, ook een studie op van de Italianen.
Het is een open deur, maar ze voldoen toch wel heel erg vaak aan het stereotype beeld dat wij van hen hebben: zeer aanwezig, veel praten (sommigen lijken nooit adem te hoeven halen) en veel aandacht voor het uiterlijk. Vrouwen hebben lang haar, gelakte nagels, opvallende kleding en zijn dus zeer aanwezig. Mannen hebben een baard, of zijn minstens een week vergeten zich te scheren, hebben een zonnebril, zoenen elkaar net zoveel als de vrouwen en zijn heel bewust nonchalant. Vooral in het trendy café-restaurant waar wij even op adem kwamen, zagen we ze in groepjes. Leuk om naar te kijken. Een hele dag alleen maar de oudheid wordt anders een beetje eentonig…
Dag 7. Catania – Siracuse
Met een lokale trein reden we vandaag in bijna anderhalf uur van Catania naar Siracuse. Het is heel praktisch dat we steeds hotels hebben op loopafstand van het station. In Cataniawaren we in drie minuten op het station. In Siracuse waren we even snel weer in ons volgende hotel.
We verblijven nu in een voormalig nonnenklooster met twaalf hotelkamers. De kamer is goed, maar zonder franje, een beetje als een klooster dus eigenlijk.
De oude binnenstad is op een kwartier lopen op het eiland Ortigia, ofwel Isole di Ortigia.
Midden op het eiland is een prachtig, maar erg druk plein met barokke gebouwen. Het hoogtepunt is de domkerk.
Het massatoerisme heeft hier wel toegeslagen, veel meer dan in onze vorige plaats Catania. Hele groepen banjeren door de straatjes, de meesten vlak bij het grote plein en aan de haven.