Dag 6. Catania (2)
Toen we vanochtend wakker werden was het nog heel donker en het regende pijpestelen. Dat klopte met de weersverwachting. Na het ontbijt werd het droog en konden we onze tweede dag in Catania starten. In Zuid-Italië verwacht je natuurlijk veel katholieke kunst, maar af en toe zien we ook eens iets anders, zoals beelden bij een fontein.
Na de fontein kwamen inderdaad de kerken weer aan bod. Sommige zijn vrij kaal, terwijl andere juist heel barokke versieringen hebben. De Basilìca di Maria SS. dell Elemosina is naar verluidt één van de meest laat barokke kerken uit de omgeving.
Natuurlijk mag een botanische tuin niet in ons programma ontbreken. Gelukkig heeft Catania een (kleine) botanische tuin. Die sluit min of meer aan op een veel groter park dat genoemd is naar de beroemde operacomponist Bellini. Bellini is hier geboren, maar componeerde zijn opera’s in Napels, Rome en Parijs. Hij ligt hier weer wel begraven.
Zoekend naar een simpele lunch, liefst een broodje op een bankje in het park, passeerden we talloze gelegenheden om uitgebreid te eten. Geen belegde broodjes op onze route vandaag. Toen het begon te regenen en Henk een bord zag met ‘clubsandwich tunafish’ was de keuze snel gemaakt. Het bleek een heerlijk hoofdgerecht te zijn dat ons voor de rest van de dag vult. Niks simpel broodje in Italië.
Eerst zaten we buiten onder een luifel, maar toen de regen heviger werd en er een rivier in de straat ontstond, zijn we naar binnen gevlucht. Het werd een lange, hevige onweersbui waar onze parapluutjes niet tegen bestand zijn. Die grote lunch kwam dus toch nog goed van pas. De rest van de middag bleef het regenen, maar dan meer een sappige regen. Geen echt Siciliaans weer. Morgen wordt het mooi weer…
Morgen gaan we verder naar Siracusa, ongeveer anderhalf uur met de trein. De weersverwachting is goed.
Aanvulling: we hebben toch nog een stukje van de Etna gezien! Zonder een blik op de vulkaan ben je natuurlijk niet écht op Sicilië geweest. Vanavond klaarde het op en maakten we nog een korte wandeling. Ineens zagen we de Etna in de verte. Het is geen mooie foto geworden, meer een paparazzi foto van een bespiede berg.
Dag 5. Catania
Catania is met ruim 300.000 inwoners de tweede stad van Sicilië, na Palermo. Catania wordt wel het Milaan van het zuiden genoemd. Catania is in de 17e eeuw getroffen door een hevige aardbeving en een enorme uitbarsting van de Etna. De stad werd voor een groot deel verwoest en daarna weer opgebouwd. Veel gebouwen zijn dus van rond 1700.
De stad is druk, maar er is gelukkig geen massatoerisme, altans niet in deze tijd van het jaar. Wel rijden er in de smalste straten auto’s en scooters. De enkele autovrije straat is een verademing. De Italianen zijn zoals we verwachten: druk pratend en “aanwezig”. Gelukkig verstaan we de gesprekken niet en klinken ze wel melodieus. Op veel plekken zagen we veel studenten.
Behalve vele barokke gebouwen zijn er ook overblijfselen uit de Romeinse tijd, zoals het Romeinse amfitheater van rond het begin van onze jaartelling. Het bevindt zich midden in een woonwijk in het centrum van de stad. De laatste jaren zijn er nieuwe lagen blootgelegd die zelfs uit de Griekse tijd dateren, dus nog van vóór de Romeinen.
De binnenstad bestaat voor het grootste deel uit smalle straten met veel oude huizen. Eigenlijk het Italië zoals je het verwacht.
De Etna hebben we nog niet gezien. De vulkaan was ook vandaag de hele dag in een dik pak wolken gehuld. Die wolken breidden zich langzaam uit en aan het einde van de middag regende het een uur of iets langer. Gelukkig waren we toen alweer in ons hotel.
Dag 3 en 4. München – Rome – Sicilië
De afgelopen twee dagen hebben we vooral in de trein gezeten. Gisteren vertrokken we rond 7:30 uur uit München. De trein reed aardig door, maar de Brennerpas is een behoorlijk obstakel. Wel mooi, met veel sneeuw onderweg. Keurig op tijd kwamen we iets over 14:00 uur aan in Bologna, waar we overstapten op een Italiaanse hogesnelheidstrein. Met 250 km/uur reden we non-stop naar Rome.
In Rome hebben we vrienden ontmoet die daar toevallig ook die dag aankwamen. Wat een drukte met massa’s toeristen!
Alweer vroeg op: om half zeven liep de wekker af. Na het nuttigen van een kop koffie/thee met een croissant in station Rome Termini, stapten we in de trein naar Catania op Sicilië. Met flinke vaart reden we via Napels en een handvol andere plaatsen naar het zuiden van Italië. Daar ging de trein op de veerboot, wat wel een bijzondere ervaring is.
Na ruim een half uur oponthoud (iets met elektriciteit van de trein) vertrokken we dan toch vanuit Messina richting Catania. De Etna hadden we moeten zien , maar die ging schuil achter een flinke partij regenwolken.
In Catania logeren we in een leuk, klein hotel, Hotel Villa Romeo. Ondanks het frisse weer, konden we buiten eten, vlak bij het Theater Bellini.