Met ruim 70 kilometer was het vandaag de kortste rit van mijn fietstocht naar Jutland. Het was ook de eerste volledige dag in Denemarken, want het grootste deel van de tocht, vier dagen, gaat door Noord-Duitsland. Dat is een afstand waarop je je snel verkijkt, maar toch ruim 400 kilometer lang is.
Het is weer even wennen aan de Deense opschriften, maar met een beetje goede wil is er meestal wel iets van te maken. Zo kwam ik veel velden tegen waar je je eigen bos bloemen kunt plukken. Dat begrijp ik tenminste.

Het landschap verandert ook. Hier zie ik veel meer korenvelden en minder maïs. Ik houd van de goudgele korenvelden in het glooiende landschap, zeker als daar een mooie lucht boven prijkt. Daar moest ik vandaag lang op wachten, want het was aanvankelijk erg bewolkt. Maar ik heb toch een foto kunnen maken van zo’n uitzicht.

Jammer genoeg ging mijn ‘nieuwe’ route (ik wilde eens iets anders dan de voorgaande jaren) veel over doorgaande wegen. Af en toe kwam ik door een dorp. De dorpen zijn eigenlijk bijna altijd heel saai, met als centrale punt een supermarkt (als die er al is!), maar af en toe kom je ineens langs zo’n typisch Deens kerkje.

Ik was blij met de korte afstand van vandaag, want er werd opnieuw onweer voorspeld vanaf een uur of twee in de middag. In plaats van regen en onweer kwam er juist steeds meer mooi weer. De buien trokken net ten zuiden van mijn route voorbij.
Mijn hotel is eigenlijk een kegelbaan met een hotel er naast. Ik dacht toch wat gerommel van onweer te horen, maar dat waren de kegelballen. Binnen hoor ik er niets van.
Mijn fiets mocht mee naar de kamer, want daar was verder nergens een goede plek voor.

Tot slot moet ik natuurlijk nog terugkomen op de kwaliteit van de Deense fietspaden, waar ik gisteren zo de loftrompet over stak. Als er een fietspad is, dan is het van goede kwaliteit, eerlijk is eerlijk. Het jammere is echter dat de doorgaande wegen meestal helemaal geen fietspad hebben. Alleen als je bij een rotonde komt dan verschijnt er ineens een aparte fietsstrook. Toch zijn de wegen behoorlijk druk (veel drukker dan andere keren, is mijn indruk). Van de zeventig kilometer heb ik er zo’n 25 op een hele drukke weg gefietst, 25 op een gematigd drukke weg en hooguit 20 kilometer op een fietspad of kleine binnenweg. Ik kwam trouwens geen enkele andere fietser tegen.
Morgen ga ik mijn ‘oude’ route over kleinere binnenwegen oppikken; die loopt hier gelukkig niet al te ver vandaan. Dat wordt alweer de laatste dag.