De dag begon al direct met een malse regen waar Henk thuis blij mee zou zijn voor de tuin. Hier is regen voor ons minder welkom. Gelukkig hielden we het redelijk droog onder onze mini-parapluutjes en werd het grotendeels droog. Maar de zon laat het vandaag afweten.
Gelukkig biedt Palermo veel kerken, musea en paleizen, waar de toeristen dan ook in groten getale op af stroomden. In de kerken werden we het meest geboeid door de decoraties.

De Normandiërs zijn hier lang voor ons op bezoek geweest. In 1072 veroverden zij de stad, waarna de Arabische en Normandische stijlen in gebouwen met elkaar verweven raakten. Het Palazzo dei Normanni en een aantal kerken getuigen daarvan.

Dat we niet alleen van de (bouw)kunst genieten zal zonder foto’s ook wel geloofwaardig zijn, maar ik wil toch twee gerechten tonen. Het eerste is een soort Italiaanse bamihap, ofwel de arancine. Dat is een gerecht van rijst met een vulling van vlees, kaas en/of groenten, daarna door paneermeel gerold en gefrituurd. Je ziet ze hier overal en vandaag zijn we er voor het eerst voor gezwicht. Ze waren nog lekker en voedzaam ook.

Dat nonnen lekker kunnen koken wisten we al via mijn tante Yvonne. Bij haar kloosterjubileum hadden we ooit een heerlijk diner met als nagerecht de toen nog onbekende chipolatapudding. Die hebben we daarna nog vaak gegeten (maar is nu weer verdwenen uit ons gezichtsveld), maar nooit meer zo lekker als bij zuster kokkin.
In het klooster van Santa Catarina in Palermo worden traditionele zoetigheden bereid. De minni di virgini vonden we er bijzonder wulps uit zien voor kloostergebakjes. We hebben niet van de mini-maagden geproefd, maar ze zagen er wel aanlokkelijk uit.

Morgen zetten we onze ontdekkingstocht in Palermo voort. Het lijkt weer regenachtig te worden.
De Zeeuwse meisjes verbleken bij deze lekkernijen!
Jammer dat je niks genomen hebt.